Hoofdstuk 1 “Veren van middernacht”-2

2008
Kyoko zuchtte opnieuw en vroeg zich af wat ze aan het doen was. Het was bijna middernacht en ze had de bewakers verteld dat ze pas in de ochtend terug zou zijn. Maar terwijl ze in haar zachte bed lag, in haar relatief veilige wereld, kon ze niet slapen omdat een zesde zintuig haar vertelde dat dingen op het punt stonden te veranderen. Of die veranderingen ten goede of ten kwade waren, kon ze niet zeggen ... en dromen van de vijand hielpen niet. Haar gedachten dwaalden tussen het beschermend hartkristal en de verbrijzelde talisman die het was geworden. Zoals altijd verschoven haar dagdromen en nachtmerries door de bewakers waar ze nooit om had gevraagd, en de gevaarlijke demonen die ze met zich meebrachten. Haar gedachten gingen onmiddellijk naar Hyakuhei, hun vijand. Ze kon niet begrijpen hoe iemand die zo opvallend mooi was zo wreed en gevaarlijk kon zijn. Kyoko zag in de verte nog een bliksemflits door de lucht trekken. Ze trok een wenkbrauw op en herinnerde zichzelf eraan dat schijn bedrieglijk kon zijn. Mooi of niet ... net als de bliksem was Hyakuhei erg gevaarlijk. Ze wist dat toen Hyakuhei stukken van de verspreide talisman verzamelde, hij zoveel sterker werd ... ook al was hij in het begin extreem krachtig. Hij had al het vermogen om de zwakkere, laag geboren demonen in zichzelf op te nemen en te gedijen op hun duistere kracht. Hij kon die kracht ook vrijgeven met verwoestende effecten wanneer de tijd rijp was ... zoals in de strijd. Met zo’n vermogen ... waarom zou hij zich druk maken over het beschermend hartkristal? Wat zou hij te winnen hebben bij het verzamelen van de talisman? Geloofde hij echt dat hij alles zou krijgen wat hij wenste als het eenmaal voltooid en in zijn bezit was? Nogmaals, dat waren vragen die alleen maar leidden tot meer vragen en geheimen die nooit bedoeld waren om bekend te worden. Kyoko keek in de stenen ogen van het meisje en vroeg zich af welke geheimen het bevatte. Ze reikte met haar hand omhoog, raakte zachtjes de marmeren wang aan en vroeg: “Hyakuhei lijkt bijna niet te stoppen, zelfs zonder de hulp van de talismannen, dus waarom probeert hij ze te vinden?” Stilte was haar antwoord. Kyoko realiseerde zich dat ze weer tegen een stenen voorwerp aan het praten was en klemde haar mond dicht zodat ze haar gedachten voor zichzelf kon houden. ‘Goh, ik heb echt vrienden nodig,’ mompelde ze. Ze liet haar hand zakken en keerde haar rug naar het heiligdom dat haar tussen werelden vervoerde. Ze hervatte haar gedachten en beet op haar onderlip terwijl ze zich de vijand in haar geest naar voren haalde. Naarmate Hyakuhei meer van de verspreide talisman kreeg, werd hij gevaarlijker om mee om te gaan. Als hij ooit alle stukken van de talisman zou hebben verzameld, zou hij de barrière tussen de demonen- en de mensenwereld kunnen doorbreken. Dit was het juiste antwoord op haar vraag. Als dat zou gebeuren, zou geen van beide werelden zijn dodelijke obsessie met de macht van de duisternis kunnen stoppen. “Dat laat ik niet gebeuren, weet je.” Haar schouders zakten naar beneden door het gewicht van het nakomen van die belofte. Haar gedachten gingen terug naar de droom die ze minder dan een uur geleden had gehad ... dezelfde droom die haar in het koude zweet achterliet en rechtop in haar bed liet zitten. De geluiden en gevoelens van de droom waren zo echt geweest dat ze had kunnen zweren dat ze er echt was geweest. Het was alsof ze het allemaal zag gebeuren en het tegelijkertijd voelde. “Maar dat kan niet … toch?” Ze wierp een blik achterom naar het standbeeld toen de herinnering aan de droom haar achtervolgde. Hyakuhei had haar gevangen in haar droom en hoewel ze tegen hem had gevochten ... had ze echt een kans? Kyoko knipperde met haar ogen in de hoop dat de herinnering aan de droom snel zou verdwijnen. Ze wilde niet de angst voelen waarvan ze wist dat die zou komen met het visioen dat dichter bij een nachtmerrie leek. Toen ze het beeld van de maagd naar haar zag staren, drong het tot haar door. Of het nu echt in het verleden was gebeurd of echt maar de herinnering aan een droom was ... het was nog steeds een herinnering in de ruimste zin van het woord. Ze voelde de beelden op haar afkomen, waardoor ze zich als een hert in de koplampen voelde. Haar ogen gleden weer dicht alsof het lot eiste dat ze alles zou onthouden ... zelfs de gedachten van de vijand. Deze keer waren het niet dezelfde visioenen als de vorige. In de droom kwam ze door The Heart of Time. Maar in plaats van dat de bewakers op haar wachtten, was het de vijand geweest ... Hyakuhei. Toen ze zich omdraaide om terug te vluchten zoals ze was gekomen, had hij zijn hand uitgestoken en haar pols in een ijzeren greep beet om haar vlucht te stoppen. Hoe hard ze ook vocht om bij hem weg te komen ... het leek alsof hoe meer ze worstelde, hoe dichterbij hij kwam. Hij stak zijn andere hand uit en greep haar kin vast om haar angstige blik naar de zijne te richten en ze stopte met worstelen zodra hun ogen elkaar vonden. In plaats van de koude zwarte ogen van de vijand, keek ze in warme bruine ogen. ‘Welkom terug,’ fluisterde Hyakuhei zachtjes toen zijn lippen op de hare neerdaalden. Kyoko kneep zichzelf zo hard dat ze ervan schrok en de dagdroom plotseling ophield alsof ze de stroom had uitgeschakeld. Waren de dagdromen en nachtmerries die haar probeerden te waarschuwen voor een onbekend lot of was het al gebeurd en herinnerde het haar aan de fout? Hoe dan ook, ze hoopte dat de volgende keer dat ze haar ogen sloot om te slapen ... het zonder dromen zou zijn. “Hyakuhei kussen …” ze legde haar handen op haar heupen alsof ze zichzelf de les wilde lezen, “wat gaat er in hemelsnaam door je hoofd meid?” Ze voelde zich een verrader alleen omdat ze het hardop zei. “Dat is ... dat is bijna net zo erg als Kyou kussen.” Ze grijnsde om de vergelijking, ook al was die niet zo grappig. ‘Dat doe je door te weinig slaap,’ mompelde ze terwijl ze zich nog druk maakte over zichzelf. ‘Het zorgt er ook voor dat iemand volwaardige gesprekken met zichzelf voert,’ vervolgde ze voordat ze verslagen zuchtte. “Ik heb vakantie nodig.” Ondanks haar vocale geraaskal, sprong het mentale beeld van het kussen van Kyou naar de voorgrond van haar geest en zou niet verdwijnen. Een golf van warmte ging van de bovenkant van haar hoofd naar de toppen van haar tenen. Ze vroeg zich af waar deze gedachten vandaan kwamen. Weer dook een beeld uit het niets op en ze deed een bijna fysieke inspanning om hem weer naar beneden te duwen. Met een niet onderdrukte rilling deed Kyoko's geest een boemerang terug naar de vijf broers die voorbestemd waren om haar bewakers te zijn in deze gevaarlijke wereld ... of dat zeiden ze tenminste. Haar gedachten concentreerden zich even op Kyou, de oudste en machtigste van de vijf broers. Kyou presenteerde zich net zo gevaarlijk en zenuwslopend als zijn kwaadaardige oom Hyakuhei. Voor iedereen, zelfs voor zijn broers, was Kyou een raadsel. Met de schoonheid van een aartsengel verborg hij in zichzelf de kracht om deze door demonen geteisterde wereld te helpen vernietigen of genezen. Maar aan zijn kille houding kon ze zien dat Kyou om geen van beide iets gaf. Het was alsof hij had besloten dat zijn kwaadaardige oom niet zijn probleem was. Ze was best blij dat Kyou niet met de groep meereisde, maar op zichzelf bleef. Kyoko had hem maar een paar keer gezien sinds ze per ongeluk hun priesteres werd en de meeste keren had ze hem alleen van een afstand gezien ... die ontmoetingen waren al verontrustend genoeg. Ze wist nog steeds niet veel over Kyou, maar vroeg zich soms af of hij dacht dat hij te goed was om in de buurt van zijn broers te zijn ... of was zij het die hij koste wat kost vermeed? Kyoko trok een wenkbrauw op en dacht weer hardop: “Nou, het is waarschijnlijk toch maar het beste, want het enige dat hij en Toya doen is vechten als ze binnen zichtafstand van elkaar zijn ... en Kyou negeert zijn andere broers vrijwel.” Ze slaakte een zucht. Hij leek een wrok tegen haar te koesteren omdat ze de priesteres was die hij moest beschermen. ‘Het is niet alsof ik zijn hulp nodig heb.’ Haar gedachte flitste terug naar het verleden. Bij hun eerste ontmoeting had Kyou zijn gouden ogen tot spleetjes geknepen en gezegd dat ze niets anders was dan een zwak mens en zijn bescherming niet waard. Vlak daarvoor was hij nog angstaanjagender geweest. Toen ze per ongeluk voor het eerst in hun wereld kwam ... hadden Kyou en Toya geprobeerd haar te vermoorden, in de veronderstelling dat ze met de hulp van hun oom The Heart of Time binnendrong. Het was het beschermend hartkristal dat haar had beschermd tegen hun aanval en daarmee begon deze hele puinhoop. Op de één of andere manier was het beschermend hartkristal dat haar beschermde tegen de broers, het was in de vier winden verbrijzeld ... waardoor de demonen in hun wereld in een destructieve razernij terechtkwamen. Als de demonen die over deze wereld zwierven genoeg van de verbrijzelde stukken zouden verzamelen, dan zouden ze de macht kunnen hebben om haar wereld binnen te komen en deze in chaos te storten. Zij en de bewakers zouden de talismannen moeten vinden voordat de demonen dat deden, anders zouden ze allemaal verloren gaan. Sindsdien hadden de vijf bewaker broers zich gerealiseerd dat zij de ware priesteres van het bewakershartkristal was en daarom ... zeer onder hun bescherming. Kyou was de enige van de bewakers die afstand van haar hield. De paar keer dat ze elkaar kruisten, had ze het gevoel dat hij meer een vijand dan een bondgenoot was. Zijn gouden ogen leken zo hard en koud toen hij naar haar had gekeken ... alsof het vernietigen van haar meer naar zijn zin was. Toya had haar een keer verteld dat Kyou dacht dat mensen onder hem stonden. Dat was zacht uitgedrukt. In Toya's eigen woorden was Kyou een egocentrische, verwaande klootzak die geen hart kon ontwikkelen zelfs niet als zijn leven ervan afhing. Kyoko herinnerde zich dit af en toe en het bracht altijd een glimlach op haar gezicht. Om de één of andere reden leek de afstandelijke houding die Kyou bezat gewoon ... juist. “Het hoort gewoon bij hem,” zei ze hardop. De andere vier bewakers hadden haar gewillig onder hun bescherming geplaatst terwijl ze naar de talisman zochten voordat de demonen van hun wereld hen verzamelden en hun krachten gebruikten om aan te vallen. Toya had zichzelf aangesteld als haar naaste wachter en beschermer. Hij verhulde die nabijheid met het feit dat ze deze puinhoop was begonnen door het kristal om te beginnen terug te brengen naar hun wereld. Maar nogmaals, ze had de zaak kunnen beargumenteren door te zeggen dat als hij en Kyou haar niet hadden aangevallen toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten, het niet zou zijn verbrijzeld om mee te beginnen. Het was gewoon niet de moeite waard om iets te zeggen ... Toya's humeur bezorgde haar altijd hoofdpijn en irriteerde haar. Hij reageerde nog steeds geïrriteerd op haar, maar soms kreeg ze het gevoel dat hij misschien ook een beetje van haar hield. Hij koos er gewoon voor om die gevoelens vaak te verbergen achter de enorme last die hij op zijn schouder had ... een last die ze graag af en toe zou willen afslaan. Misschien zou het hem juist een betere houding ten opzichte van de hele zaak geven.
신규 회원 꿀혜택 드림
스캔하여 APP 다운로드하기
Facebookexpand_more
  • author-avatar
    작가
  • chap_list목록
  • like선호작