De Aanval

1320 Words
Ik werd wakker met een raar gevoel in mijn maag. Mijn nekharen stonden rechtovereind en meteen wist ik dat er iets goed mis was. Ik ging rechtop zitten en staarde slaperig naar de deur van mijn kamer. Een dunne grijze rooksliert kwam onder mijn deur door mijn kamer in. Ik gooide de dekens van mij af en rende naar de deur. Ik trok aan de deurklink en rende naar beneden. Daar vond de bron van de rook. Er lagen glasscherven op de grond in de woonkamer en de geur van benzine vulde mijn neus. De meubels ging in vlammen op. Ik raakte lichtelijk in paniek en zocht naar iets om de vlammen te verminderen. Ik speurde de kamer rond tot ik mijn moeder bewusteloos op de grond zag liggen. Naast haar lag een emmer. Blijkbaar heeft ze de brand onder controle willen houden maar werd het gebrek aan zuurstof haar te veel. Snel haakte ik mijn armen onder haar schouders en zocht ik al slepend een weg naar buiten. De deuren waren geblokkeerd met kasten en de ramen leken op slot te zitten. Iemand had dit gepland. Ik woog al mijn opties af terwijl de rook dikker begon te worden. Ook de stoelen in de keuken begonnen nu vlam te vatten. De rook werd steeds erger en ik begon te hoesten. Opnieuw tilde ik mijn moeder op en merkte dat de enige veilige locatie op de boven verdieping leek te zijn. Met veel moeite tilde ik haar tree voor tree naar boven. Mijn kamer was nu de enige plek waar nog geen vuur te zien was maar de rook maakte het moeilijk te bereiken. Ik werd bang. Hoe zouden we hier überhaupt levend vandaan komen? Er is bijna niemand die ons weet te vinden of dat hier überhaupt een huis staat. Dus hulp hoeven we ook al niet te verwachten. Ik sloeg mijn kamerdeur met een klap open en legde mijn moeder in het midden van de kamer voordat ik de deur sloot. Vervolgens liep ik naar het raam die nog steeds open leek te staan. Ik dankte god voor mijn keuze om 's nachts het raam open te laten als ik sliep. Voorzichtig keek ik naar beneden. Er lag een stapel opgeharkte bladeren maar ik wist dat het veel te hoog was om te springen. Zowel mijn moeder als ik zouden beide iets kunnen breken. Of erger... Ik draaide mijn rug naar het raam en realiseerde me dat we geen andere keus hadden. Ik pakte mijn moeder op en trok haar op mijn rug. Vervolgens klom ik op de vensterbank. Dit was het moment van de waarheid. Ik sloot mijn ogen en deed het enige wat ik kon doen. Ik sprong. Zodra mijn voeten de grond raakte stortte ik in van de pijn. Mijn moeder rolde van mij af en klapte vervolgens tegen de boom naast mij aan. Dit zorgde ervoor dat ze weer bij begon te komen tot mijn opluchting. Ik bewoog mijn enkel en merkte dat het alleen maar gekneusd was. Ik draaide mij om en probeerde erop te staan. Mijn moeder kroop verder naar achter tegen de boom aan terwijl haar ogen dezelfde blik weergaven die ik waarschijnlijk ook in de mijne had staan. Pure angst. Ze probeerde te ademen maar klapte dubbel toen dat niet goed lukte. De hitte sloeg van het gebouw af nu ook de buitenkant vlam begon te vatten. Ik kroop dichter naar haar toe en zorgde voor meer afstand tussen ons en het huis. Het duurde even voordat we beide weer gekalmeerd waren. Althans, voldoende om weer te functioneren. Mijn moeders blik bleef op ons huis gericht zonder ook maar een seconde ergens anders heen te kijken. Na enkele minuten verbrak zij de stilte. Het enige wat ze mompelde was dat ze ons gevonden hadden en dat we moesten vluchten. Het duurde even voordat het doordrong wat mijn moeder zei. Vluchten? Waarheen dan? Dit is ons huis, ons leven. Kunnen wij dit zomaar achterlaten? En wie zijn ‘ze’? Wat gebeurd hier allemaal? Het vuur werd uiteindelijk een ware inferno. Desondanks verroerden we ons niet. We kwamen pas in beweging toen het vuur uit zichzelf weer gedoofd was. Niemand zei iets en niemand deed iets. Ik staarde voor me uit en voelde dat mijn enkel pijnlijk begon te kloppen. Het begon langzaam licht te worden en ik kwam mijn trans om op te staan. Mijn moeder had gelijk. Als het aangestoken was, dan waren de mensen misschien nog in de buurt. En wij waren zo dom om hier nog uren te blijven zitten. We moesten weg hier. Ik keek naar mijn moeder. Haar haar stond alle kanten op en ze zat onder de roetvlekken. Ik stak mij hand uit en hielp haar overeind. Het koste mij veel moeite om te lopen. Desondanks liet ik mijn moeder op mij steunen terwijl ik zelf haast hinkelde. Onze wandeltocht bracht ons uiteindelijk naar het huis van Caitlin. Caitlin was de enige die mijn moeder volledig vertrouwde buiten mij om. Caitlin zag ons door het woonkamerraam aankomen en rende ons tegemoet. Ze nam mijn moeder over en nam haar mee naar binnen. Ze bracht ons naar de woonkamer waar ze mijn moeder op de zachte zwartleren bank legde. Mijn moeder viel vrijwel meteen in slaap terwijl mijn blik gericht bleef naar buiten. Zelf was ik ook moe maar ik wilde perse wakker blijven voor het geval dat. Alles leek hier zo vredig en rustig maar toch ook weer niet. Ik lachte in me zelf. Eigenlijk is het best wel gek. Het ene moment lig je in bed te slapen en het volgende moment staat het huis in brand en spring je uit het raam. Nouja, dacht ik bij mijzelf, nu heb ik tenminste een reden om mijn wiskunde huiswerk niet af te hebben. Ik ging rechterop zitten in mijn stoel en dacht aan Stacey. Ik moest haar waarschijnlijk vertellen dat ik niet opgehaald hoefde te worden voor school. Daarnaast vroeg ik mij af of ik haar überhaupt nog wel zou spreken. Het zou mij namelijk niks verbazen als mijn moeder meteen zal beginnen over verhuizen als ze wakker word. Ik liep naar de keuken waar Caitlin kippensoep aan het maken was. Ik bleef twijfelend staan in de deuropening. Caitlin draaide zich om en keek me vol medeleven aan. “Ik moet naar school” zei ik snel voordat mijn moed wegzakte. Haar blik veranderde meteen naar verward maar, ik wist dat ze het toch in overweging nam. Caitlin was iemand die educatie erg belangrijk vond dus ik hoopte dat dit nu ook het geval was. “Ik denk niet dat ik dat kan laten gebeuren schat. Je weet dat je moeder dat in deze situatie niet zou toestaan.” Ik vroeg me af of ze meer wist van deze situatie dan mij en zuchtte. “Alstublieft, het is maar 4 uurtjes en ik heb bijna eindexamens”. Ze keek me schattend aan voordat ze haar armen omhoog gooide als een teken van overgave. “Oké dan, maar ik zorg ervoor dat iemand je brengt en ophaalt. Iemand die ik vertrouw”. Ze liep naar de vaste telefoon en begon te bellen. Ik keek om me heen en plofte weer in een van de paarse leren stoelen voor het woonkamerraam. Caitlin woonde in een oud victoriaans huis. Het leek een beetje op die van ons maar dan groter. Overal in huis stonden snuisterijen van over de hele wereld. Als ze bij ons langs kwam vertelde ze vaak verhalen over haar reizen. Ik vond het vaak geweldig om naar te luisteren maar nu had het om een of andere reden iets sombers. Ik pakte mijn iPhone en belde Stacey. Meteen voicemail. Geweldig. Ik sprak een bericht in met de tekst dat ik haar snel moest spreken en of ze eerder naar school kon komen in plaats van mijn huis. Vervolgens staarde ik weer uit het raam in de hoop buiten de antwoorden te vinden die ik zocht.
Free reading for new users
Scan code to download app
Facebookexpand_more
  • author-avatar
    Writer
  • chap_listContents
  • likeADD